P H O T O G R A P H Y
2. Genre-onderzoek
In dit deel bespreek ik de fotogeschiedenis van mijn onderwerp en genre 'conceptuele fotografie'. Dit deel ik onder in twee grote delen. De algemene fotogeschiedenis en hedendaagse fotografen die rond dit onderwerp werkten. Het is moeilijk om binnen de oude kunstgeschiedenis fotografen te vinden die zeer specifiek met deze stromingen bezig waren. Daarom bespreek ik eerst de kunststromingen voor ik hun uitlopers binnen de fotografie bespreek.
Binnen de geschiedenis van de fotografie/ kunstgeschiedenis
In onze kunstgeschiedenis zijn er 2 grote kunstgroeperingen geweest die werkte rond het overbrengen van eigen ideeën naar een publiek. De stromingen waarover ik spreek zijn het bekende Dada en minder bekende Fluxus. Aangezien het overbrengen van eigen ideeën geïnspireerd op grote denkers en hedendaagse trends een zeer belangrijk element is van mijn eigen beeldenreeks vind ik het belangrijk te bespreken hoe zij dit deden en wat de onderlinge verschillen zijn.
Fluxus: 'Verbijsterend'
Fluxus is een kunststroming met Amerikaanse oorsprong. Het ontstaan wordt geschat tussen de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw. Hun werkwijze was zo buitengewoon dat het door Nederlandse kunstgalerijen wordt beschouwd als de meest extreme kunstvorm van deze periode.
Een groot kenmerk van hun manier van werken is dat het eindproduct minder belangrijk is dan de boodschap die ze willen overbrengen op het publiek. Ook het proces dat ze hebben gemaakt is minder belangrijk dan het afgewerkte kunstwerk. Om dit te bereiken gingen ze niet enkel gebruikmaken van alle bestaande kunstvormen zoals schilderkunst, dans, theater, fotografie,… Maar creëerde ze ook nieuwe vormen zoals ‘noise music’.
De fluxusbeweging is ontstaan vanuit het idee dat kunst te elitair was en te verkoopbaar was. Kunst mag niet elitair zijn. Pop-art was voor hen een doorn in het oog. Dit zorgde voor een nieuwe manier van werken. Performances en het gebruik van goedkope materialen, gecombineerd met het overbrengen van onbegrijpelijke en vage ideeën moesten ervoor zorgen dat de kunst niet ‘te koop’ kon zijn of terechtkomen in musea. Hierboven ziet u een afbeelding van een performance van ‘Yoko Ono’ genaamd ‘Cut-Piece’. De mensen uit het publiek werden gevraagd naar voor te komen en een voor een een stuk uit haar kledij te knippen. Dit terwijl Yoko zelf zwijgend voor haar uit keek.
Het resultaat was wel dat mensen soms zo verbijsterd waren van wat ze zagen dat het niet als aantrekkelijk werd beschouwd. Zalen liepen leeg en kunstenaars bleven alleen achter. Maar dit hoeft niet te zeggen dat het geen geslaagde kunststroming was/is. Interessant voor mijn eindwerk is dat het erin slaagde mensen te betrekken bij de kunst en met een vaag concept of eindproduct mensen tot nadenken wist te zetten. Concepten werden werkelijk neergeschreven door de kunstenaars om dan in zogenaamde ‘happenings’ door de mensen uit te voeren. Het publiek is zelf de kunstenaar.
Dadaïsme: 'Doe met ons mee.'
Fluxus is een kunststroming die inspiratie haalde uit het dadaïsme. Een groot contrast belangrijk voor mijn eindwerk is de rol die de reactie van het publiek had bij de kunstvorm. Fluxus vond de uitvoering door het publiek belangrijker dan de reactie. Terwijl de reactie van het publiek bij dadaïsme wel belangrijk was.
Het dadaïsme begon tijdens de tweede wereldoorlog als culturele beweging in Zurich. Hun hoogtepunt lag tussen 1916 en 1920. De reden hiervoor is dat het een reactie is op de irrationele gebeurtenissen van de eerste wereldoorlog. Hun nihilisme toonde de onwerkelijkheid van deze oorlog aan. Ze wilde spotten met het idee dat de maatschappij beschaafd zou zijn, ook al was er een oorlog. De term dada was een term die ook een spottend karakter moest uitstralen. ‘Infantiel’ zou het zijn. Het betekend hobbelpaard dat is gekozen door een zakmes op een willekeurige wijze in een woordenboek te steken.
Interessant is dat deze stroming ook het werk niet voorop stelde maar de reactie van het publiek. Het publiek zou door het idee achter het werk van mening moeten veranderen en zich moeten opzetten tegen de gevestigde waarden van oorlogsvoering binnen een zogenaamde “goede” maatschappij. Terwijl deze maatschappij onredelijk is niet moreel is.
Het dadaïsme wordt vaak gezien als een van de beginfasen van de conceptuele kunst. Een groot mijlpunt hiervan zijn de handelingen van Marcel Duchamp met zijn readymades. Dit is een kunstvorm waarbij een gewoon voorwerp wordt omgezet naar iets met een andere betekenis. Een voorbeeld hiervan is de Fontein van Duchamp. Hij nam een urinoir en noemde dit “Fontein”. Dit met als doel om de aard en functie van kunst in vraag te stellen. Moet het decoratief zijn of mag het aanzetten tot actie?
Conceptuele kunst is een kunstvorm waarbij het idee en concept achter de kunst belangrijker is dan de esthetiek of het uitzicht van het kunstwerk zelf.
Surrealisme: 'Het concept verhoogd'
Het surrealisme ontstond in 1924 toen het manifest ‘Premier manifeste du surrealisme’ werd geschreven door André Breton. Net zoals bij de denkwijzen van Plato geloofde deze schrijver en kunstenaar in een hogere werkelijkheid dan de zichtbare. Deze zou via kunst zichtbaar gemaakt kunnen worden door droombeelden en werkelijke beelden te combineren.
Filosofisch denker Sigmund Freud lag mee ten gronde van deze stroming. Kunst diende gemaakt te worden door psychoanalyse. Het kijken binnen de diepere gedachtestromen van deze mens en deze spontaan naar boven brengen. Dit kon door te kijken naar hoe een mens slaapt. Want dan zouden mensen volgens Freud onderdrukte gevoelens naar boven brengen. Kunstenaars zoals Dali, Magritte en Ernst gingen hiermee verder aan de slag. Zij gaan ideeën die hun oorsprong vinden in dromen in beeld brengen. Zo ontstaan beelden die een mysterieuze sfeer oproepen.
Interessant voor mijn eigen eindwerk is dat deze stroming een niet bestaande realiteit in beeld brengt. Of toch een realiteit die wij niet kunnen zien. Ik wil met mijn beelden ook een eigen wereld creëren die niet bestaat om zo de mensen tot nadenken te brengen. Ook is deze kunststroming een interessante stroming voor mijn eindwerk omdat ze nog leesbaar is en niet abstract. Ook al is het geheel bevreemdend, de aparte vormen zijn nog steeds leesbaar en snel terug te brengen naar hun oorsprong.
Een interessant persoon die tegenwoordig nog schildert zoals in deze kunstperiode is Willem den Broeder. Willem is een hedendaags surrealist uit Nederland. Ook al werkt hij nooit vanuit een vast concept, toch creëert hij vaak Dali-achtige taferelen die nog steeds kenmerkend van hemzelf zijn. In zijn werken zie je een tafereel waaraan je niet direct een betekenis kan geven. Ook al kan je wel zien dat er duidelijk een trap, hand, brein en landschap met mensen aanwezig is.
Deze surrealistische kenmerken moet ik zeker behouden in mijn beelden. Fotografie is nog steeds de opname van een bestaande vorm. De combinatie van de vormen kan een bevreemdend eindbeeld geven, maar het moet wel leesbaar zijn om het verhaal te scheppen. Of toch op zen minst afkomstig zijn van een bestaande, fotografeerbare vorm.
Hippolyte Bayard brengt het conceptuele binnen de fotografie
Ondertussen weten we al wat conceptuele kunst is door de grondleggers dadaïsme, surrealisme en fluxus naast elkaar te leggen. Nu kunnen we ons afvragen hoe concepten zijn uitgedrukt binnen de fotografie. Wat was de eerste non-fictie?
'The corpse which you see here is that of M. Bayard, inventor of the process that has just been shown to you. As far as I know this indefatigable experimenter has been occupied for about three years with his discovery. The Government which has been only too generous to Monsieur Daguerre, has said it can do nothing for Monsieur Bayard, and the poor wretch has drowned himself. Oh the vagaries of human life....! ... He has been at the morgue for several days, and no-one has recognized or claimed him. Ladies and gentlemen, you'd better pass along for fear of offending your sense of smell, for as you can observe, the face and hands of the gentleman are beginning to decay.' - Hippolyte Bayard
Elk eender die een beetje fotogeschiedenis heeft gestudeerd weet wie deze tekst heeft geschreven. Het was Hippolyte Bayard zelf. Vreemd toch? Hoe kan een levend persoon op een afgewerkte foto zelf verkondigen dat hij dood is door er een tekst bij te schrijven? Simpel. Door het in scene te zetten.
Bayard was zo aangedaan dat hij door het dispuut met François Arago dat hij een dramatisch beeld opzette waarin hijzelf verdronken zou zijn. Hij had een ander proces bedacht (Direct positive process) om foto’s te ontwikkelen dan dat van Daguerre. Hij mocht de publicatie van zijn proces niet uitvoeren waardoor zijn carrière een diepe duik nam.
Het maken van een foto waarbij een andere werkelijkheid getoond wordt dan de echte leverde hem wel de titel op van de eerste fotograaf die conceptuele fotografie maakte.
Binnen de hedendaagse fotografie
Conceptuele fotografie heeft zich sinds Bayard enkel uitgebreid. Dit maakt het mogelijk meer in detail te kijken naar verschillende aspecten binnen de hedendaagse kunstgeschiedenis die ik wil verzamelen in mijn eindwerk. Ik kies er daarom voor om vanaf hier enkel fotografen te bespreken die werk(t)en rond toekomstvisie, strak minimalisme en/of het creëren van een alternatieve wereld. Enkele van deze voorbeelden zijn ook qua beeldtaal een inspiratiebron voor mijn eindwerk. Daarnaast wil ik ook aantonen hoe voornamelijk modefotografen door het gebruik van stereotiepen toekomstbeelden maken die ik totaal niet wil maken.
Ezio D’Agostino: Neos
Ezio D’Agostino is een Italiaanse fotograaf, geboren in 1979. Het is een archeoloog die altijd hobbymatig met fotografie is bezig geweest. Nadat hij afstudeerde won hij aan de Romeinse fotografieschool een beurs om documentairefotografie te studeren. Momenteel werkt en leeft hij in Marseille.
In 2016 begint hij met het fotograferen van een reeks genaamd NEOS dat nu in 3 tentoonstellingen geëxposeerd wordt.
De reeks gaat over te toekomstplannen van Luxemburg om op buitenaardse gronden mineralen te gaan vergaren. In 2016 heerst er angst in Luxemburg. Er dreigt een nieuwe financiële crisis aan te komen en ze weten niet goed wat te doen. Momenteel staat Luxemburg met zijn 600.000 inwoners bekend om een belastingparadijs te zijn. Veel landen proberen het tegen te gaan dat hun inwoners geld gaan versluizen naar het buitenland om daar winst uit te halen. Zo voelt Luxemburg dat er minder nieuwe “investeringen” komen.
In 1800 stond Luxemburg bekend voor het opgraven van waardevolle metalen en mineralen. Daar zijn ze rijk mee geworden. Ze beseffen weliswaar dat het vergaren van mineralen in eigen land bijna onmogelijk is. Alles is, in vergelijking met 1800, volgebouwd. Daarnaast is de oppervlakte van Luxemburg zo klein dat ze moeilijk zouden kunnen concurreren met Afrikaanse landen of andere grootmachten binnen de grondstofvergaring.
Toen Ezio D’Agostino 4 maanden in het Nationaal audiovisueel centrum van Luxemburg verbleef voor onderzoek, viel zijn mond open. Luxemburg had het NEOS plan afgekondigd, ook gekend als het Spacerecourses initiatief. Luxemburg was van plan om ruimtemissies te beginnen organiseren waarbij de nieuwste technologie Goud, zilver, platinum en maanwater (dat kan worden omgezet naar raketbrandstof) zou destilleren uit buitenaardse projectielen. Het was een extreem concept dat eerst onmogelijk leek maar wel veel buitenlandse belangstelling kreeg. De eerste stappen om kolonialiseren van buitenaardse plaatsen te legaliseren waren reeds gezet.
Dit wetende startte Ezio met het maken van een reeks foto’s die de mensen zouden doen nadenken over hoe ethisch de hedendaagse economische progressie van Luxemburg is. Dit door futuristische beelden te maken gebaseerd op het mijnverleden van het land in 1800. In Ezio’s boek worden er verschillende , meestal zwart-wit, beelden getoond die zijn gemaakt op oude mijnlocaties. Het zijn zeer grafische en minimalistische beelden. De reeks is donkerder en conceptueler dan zijn andere werken. Dit om mensen echt te doen nadenken en te doen beseffen dat het een zwaar onderwerp is. Het belangrijkste is dat de kijkers een object uit het verleden als een object van de toekomst moeten zien maar ook de referentie begrijpen naar het verleden.
Waarom is deze reeks zo interessant voor mijn eigen eindwerk? Ezio weet op een minimalistische manier speculatie over te toekomst te tonen. Hij zet mensen aan tot nadenken door de beelden niet te duidelijk te maken. Het is juist de verbintenis tussen toekomst en het doen aanzetten tot nadenken dat deze kunstenaar een van de belangrijkste inspiratiebronnen van mijn eigen eindwerk maakt. Voor mijn eigen eindwerk is het op dit moment niet de bedoeling dat ik rond één toekomstidee ga werken. Dat is wel een verschil.
Mariano Vivanco: Fashion spread
Een voorbeeld van toekomstspeculatie dat recht tegenover het idee staat dat ik probeer te bereiken is de modereeks van Mariano Vivanco voor Harper’s Bazaar US. Bij deze fotoreeks ging Mariano naar het Nasa ruimtecentrum. Samen met Gigi Hadid als model wilde hij een modische reeks creëren die in het thema toekomst stond.
“My boyfriend’s really into aliens” – Gigi Hadid
Ik verwerk deze reeks mee in deze paper omdat ik wil tonen wat ik niet wil tonen. Meestal als je met mensen over de toekomst spreekt binnen een fotoreeks, denken ze aan ruimtehelmen, glimmende pakjes, aliens en felle verlichtingen. Het conceptuele in mijn reeks zou volledig worden onderuitgehaald door de dingen letterlijk te tonen of zou afgaan op stereotypen.
Francesco Romoli: Robotic people
Een ander voorbeeld van een fotograaf/digitaal kunstenaar die bezig is met het visualiseren van de toekomst is Francesco Romoli. Romoli is geboren in 1977 te Pisa. Hij vertelt in zijn bio op zen website dat hij altijd geïntrigeerd is geweest door “expressieve vormen”. Het uitbeelden van iets wat niet is maar wel zou kunnen zijn of worden is iets wat hij vaak doet. In 2010 begon hij met het experimenteren in fotoshop om zo collages te creëren
Een van zijn meest voorkomende onderwerpen is artificiële intelligentie in menselijke vorm. Hij wil graag visueel voorstellen hoe een toekomst eruit zou zien als de robots overnemen. Neem als voorbeeld zijn reeks: 'Artificial intelligence'
Het visualiseren van distopieën is voor Romoli ook niet nieuw. Hij spreekt bij zijn reeks ‘Dark city’ over het in beeld brengen van gevoelens die veroorzaakt zijn door het samenkomen van een snel veranderende maatschappij. Referentiepunten die we altijd gekend hebben storten in waardoor we niets meer hebben om ons aan vast te houden. Dit resulteert in een onzekere duistere samenleving.
Romoli maakte ook een reeks rond ‘ingebeelde steden’. ‘Imaginary towns’ tonen gebroken steden uit de toekomst waarin de mens zou leven. Dit omdat hij ooit zijn oorspronkelijke huis (de natuur) heeft verlaten en een eigen onbouwbare samenleving in gang heeft gezet die hij geen 2000 jaar kan rechthouden.
Romoli is een interessant artiest voor mijn eindwerk omdat hijzelf verschillende concepten over de toekomst binnen eenzelfde beeldtaal weet om te zetten. Hij doet nadenken over wat kan zijn zonder al te letterlijk te werk te gaan. Echter maakt hij duidelijk gebruik van Photoshop om beelden en verhalen tot stand te brengen. Ik wil graag zelf binnen de studio beelden gaan creëren zonder al te veel duidelijke fotoshop aanpassingen..
Michael Najjar: Puurheid in beelden met een toekomstvisie.
Michael Najjar is een Duitse fotograaf die in 1966 is geboren. Hij noemt zichzelf een avonturier en een “toekomstig astronaut”. Een denkend, conceptueel fotograaf. Hij werkt sinds 1988 is zijn studio in Berlijn. De reden waarom hij zo conceptueel te werk gaat is voor een groot deel te danken aan zijn opleiding. Hij studeerde aan de kunsthumaniora waar hij in contact kwam met mediafilosofen zoals Vilem Flusser en Jean Baudrillard.
Dat toekomstgerichtheid niet het onderwerp is van één reeks maar een deel van zijn eigenheid als fotograaf is, is duidelijk te merken aan zijn portfolio. Momenteel werkt hij aan een fotoreeks waarin hij de laatste aanpassingen in de ruimtetechnologie bespreekt. Een album genaamd “Outer Space”. Om deze reeks te maken werkt hij fervent om een echte astronaut te worden. Zo plant hij de eerste artiest in de ruimte te zijn.
Michael creëerde in recente jaren veel reeksen die de toekomst en maatschappijkritiek fel in beeld brachten. Een eerste reeks die ik graag bespreek is de reeks die hij tussen 2006 en 2008 maakte. Genaamd: ‘Bionic Angel’. In deze reeks bekritiseert hij het idee van de mens om steeds maar meer en beter te willen op alle vlakken. De mens is imperfect maar is steeds op zoek naar perfectie en verwacht dat ook van de toekomst. Door dit gegeven werkt de mens aan de creatie van een utopisch goede en perfecte mens. De combinatie van technologie en de mensheid zal een ander soort menselijk wezen creëren dat zichzelf door artificiële intelligentie steeds doet reproduceren naar een zelflerend en zelf verbeterende mensheid. Zo zal een robotachtige sterkere botten hebben, een sneller werkend brein en onsterfelijk zijn. Dit terwijl Michaël zich afvraagt wat er dan nog overblijft van het gegeven “mens”. Is het juist te denken dat de mens nog bestaat omdat hij erin sloeg een perfect wezen te schapen en zo sloeg in zijn utopisch doel? Of kunnen we niet meer spreken van een mens omdat het een creatie is die in wezen niet meer “menselijk” is?
In zijn reeks maakt hij ook gebruik van referenties naar de Griekse oudheid die werd opgenomen in de renaissance. Toen al zocht de mens naar het afbeelden van een ideale mens. Niet de realiteit, maar het perfecte werd afgebeeld. Hieruit haalt hij dat de mens in wezen altijd op zoek was naar een ideale mensheid die zichzelf steeds probeert te verbeteren.
Om zijn beelden vorm te geven gebruikt hij veel fotoshop en 3D gemodelleerde structuren. Dit om de “nieuwheid” van de mens te laten zien. Dit is een element dat ik niet graag wil gebruiken in mijn reeks omdat ik graag puur te werk wil gaan. De helderheid van de beelden en de ontmenselijking van de figuren spreekt mij wel enorm aan. Hij werkt steeds met het idee om een mens in beeld te brengen dat nog steeds duidelijk een mens is, maar toch anders waardoor iedereen zich mee kan vereenzelvigen. Dit is niet alleen belangrijk om de aandacht van de kijkers te houden op het bedenken van een nieuw concept (omdat hij niet stilstaat bij “wie is de persoon”), maar het is ook iets dat ik in mijn persoonlijke fotostijl altijd gebruikt heb. Zo bedekte ik graag mensen met doeken, gaf ik hem graag extreme make-up of vervormde ik de gezichten.
Netropolis is een reeks waar Michael van 2003 tot 2006 aan werkte, maar dat hij verderzette in 2016 tot het heden. Dit is een andere reeks die ik graag wil bespreken. Het is geen reeks waar mensen in voorkomen of zijn bekende steriliteit aanwezig is. Toch wil ik graag deze reeks bespreken omdat het concept over “wat toekomst is” fel aan bot komt binnen een andere manier van denken.
Michael merkte aan het begin van de 21ste eeuw een grote verandering binnen de culturen door de manier van communicatievoering. Het internet zorgde ervoor dat steden niet meer los konden worden gezien van elkaar. Ze staan sterk in connectie en kunnen niet functioneren zonder elkaar. Een toename van informatieoverdracht was exponentieel sinds het ontstaan van het internet en zal volgens hem enkel maar uitdeinen. Dit gebeurt tot er zo veel informatieoverdracht zal zijn tot er geen ruimte meer is voor de mens om het allemaal op te slaan. Een wereld op een plaats. Steeds beschikbaar en steeds toenemend. Ook de toename van artificiële intelligentie binnen onze woonsteden diende te worden afgebeeld. Dit eerder door de manier van beelden over elkaar plaatsen.
Om dit idee in beeld te brengen klom Michael reeds op 12 bekende gebouwen in 12 verschillende grootsteden. Daar legde hij het landschap vanuit verschillende standpunten vast en bracht hij ze digitaal samen. Een kluwen van wegen, gebouwen en bewegende voertuigen gaf het beeld een zeer dynamisch en chaotisch karakter. Dit karakter hoop ik zeker niet te bereiken met mijn beelden voor de eindtentoonstelling. Maar het leek me zeer interessant om zijn manier om globalisatie en de gevolgen voor onze toekomst in beeld te brengen te bespreken.
Een laatste reeks die ik graag kort wil bespreken is de Nexusreeks. Een van zijn eerste maatschappijkritische en toekomstgerichte reeksen. In deze foto’s toont hij portretten van mensen waarbij de irissen digitaal zijn aangepast. Dit om een afbeelding te maken van een “Cyborg”. Dit is een mens waarbij een chip in het hoofd is ingepland om lichamelijke kwaaltjes te verhelpen of lichamelijke prestaties te verbeteren.
Een even sterk achterliggende betekenis zoals in vorige besproken reeksen is er niet. Maar het afbeelden van zijn bekommernissen over de ethische juistheid van het inplanten van chips in mensen is een denkpiste die ik nog niet eerder overwoog. Ook vind ik het zeer sterk dat deze reeks gemaakt werd in 1999. Michael portretteerde hier mensen die er zo zouden uitzien alsof ze in de jaren 2020 zouden leven. Een toekomst die we momenteel bereikt hebben. Dit toont aan dat het een reeks gaat over “speculaties”. Het doel van mijn reeks is niet om mensen tot de waarheid te brengen. Maar om na te denken wat de toekomst zou kunnen zijn en door dit denkproces eventueel problematische gedragingen te beperken.